opbergen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbergen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ber·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbergen
borg op
opgeborgen
klasse 3 volledig

Werkwoord

opbergen

  1. overgankelijk op een veilige plaats wegdoen
    • Ik heb m'n paspoort in die la opgeborgen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opbergen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.