ophitser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ophitser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·hit·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ophitsen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord ophitser ophitsers
verkleinwoord ophitsertje ophitsertjes

Zelfstandig naamwoord

deophitserm

  1. iemand die tracht een rel te veroorzaken door woede aan te wakkeren
    • Luister toch niet naar die ophitsers! Die willen alleen maar stennis en chaos. 

Gangbaarheid

  • Het woord ophitser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.