ophitsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ophitsen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·hit·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ophitsen
hitste op
opgehitst
zwak -t volledig

Werkwoord

ophitsen

  1. overgankelijk kwaad en opgewonden maken
    • Het publiek werd opgehitst door de fanatieke redevoering. 
     Of lag hij die ophitsende lectuur te lezen om in de stemming te komen voor zijn debuut als moordenaarsheld? Dat kon ook.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ophitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.