opiniestuk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opiniestuk (hulp, bestand)
- IPA: / oˈpiniˌstʏk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- opi·nie·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opinie zn en stuk zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | opiniestuk | opiniestukken |
| verkleinwoord | opiniestukje | opiniestukjes |
Zelfstandig naamwoord
het opiniestuk o
- (media) artikel waarin een standpunt wordt bepleit
- Elke journalist mocht een keer per week een opiniestuk schrijven, waar zijn foto en naam bij kwamen te staan. Ik kon mijn beurt haast niet afwachten; ik snakte er al zo lang naar om mijn mening kwijt te kunnen! [1]
Verwante begrippen
- opinieblad, opinieschrijver, opinietijdschrift
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord opiniestuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Lubna Ahmad-al HusseinVeertig zweepslagen; ISBN 9460928129, Meulenhoff Boekerij B.V., 2011
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.