opperhuid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opperhuid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔpərhœyt/
Woordafbreking
  • op·per·huid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opperhuid opperhuiden
verkleinwoord opperhuidje opperhuidjes

Zelfstandig naamwoord

deopperhuidv/m

  1. (biologie) de bovenste laag van de huid
    • Door de brand was haar opperhuid ernstig beschadigd. 
  2. (biologie) een laag cellen die de plantendelen omgeeft die geen kurkweefsel hebben voortgebracht

Gangbaarheid

  • Het woord opperhuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.