optelsom
Nederlands
1 = Carry van rechtse kolom
binaire optelsom
Uitspraak
- Geluid: optelsom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·tel·som
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van optel ww en som [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | optelsom | optelsommen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de optelsom v / m
- een rekenopgave bestaande uit een optelling
- De optelsom van de prijswijzigingen was afgelopen jaar goed voor een inflatie van 0,3 procent. Niet alle producten en diensten tellen even zwaar mee bij het bepalen van de inflatie. Een aantal belangrijke productgroepen werden duurder, waaronder voedsel (0,8 procent), kleding (0,9 procent) en huur (2,1 procent). Bij de voedingsmiddelen waren groenten (4,5 procent) en fruit (4,3 procent) opvallende stijgers. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord optelsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "optelsom" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Bas Tooms 27 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.