ordonnateur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ordonnateur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·don·na·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ordonnateur ordonnateurs
verkleinwoord ordonnateurtje ordonnateurtjes

Zelfstandig naamwoord

deordonnateurm

  1. (geschiedenis) (beroep) ambtenaar die in Nederlands-Indië de bevoegdheid had tot het afgeven van ordonnantiën van betaling

Gangbaarheid

  • Het woord ordonnateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.