orecchio

Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /ɔ.ˈrek.kjo/
Woordafbreking
  • o·rec·chio
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijnse auricula, de volkse verkleinvorm van auris ("oor"). In ouder (en dialectaal) Italiaans gebruikte men de vorm orecchia, waarvan het meervoud orecchie nog een spoor is.
enkelvoud meervoud
l'orecchio le orecchie

Zelfstandig naamwoord

orecchio m

  1. (anatomie) oor
enkelvoud meervoud
l'orecchio gli orecchi

Zelfstandig naamwoord

orecchio m

  1. (figuurlijk) gehoor
  2. (figuurlijk) oor
  3. (figuurlijk) ezelsoor
Afgeleide begrippen
  • orecchia, orecchiare, orecchietta, orecchino, orecchione, orecchiuto
Verwante begrippen
  • otico
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.