organisatrice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organisatrice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·ga·ni·sa·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord organisatrice organisatrices
verkleinwoord organisatricetje organisatricetjes

Zelfstandig naamwoord

deorganisatricev

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van organisator

Gangbaarheid

  • Het woord organisatrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.