orgeltoon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: orgeltoon (hulp, bestand)
Woordafbreking
- or·gel·toon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van orgel zn en toon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orgeltoon | orgeltonen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de orgeltoon m [1]
- (muziek) geluid dat gemaakt wordt met een orgel
- ▸ Bij de eerste dreunende orgeltoon had Jaap zijn hoofd laten zakken.[2]
- ▸ Rustig inlopen deed Blake niet. Het concert opende zelfs met een showelement: terwijl de kerkelijke orgeltonen van het titelnummer wegdeemsterden, slofte het anders zo bescheiden millennialidool de bühne op met een futuristisch paar vleugels om zijn schouders. Het rekwisiet prijkt ook op de cover van het album en figureert in zwart-witvideobeelden die sporadisch geprojecteerd werden.[3]
Synoniemen
- orgelklank
Gangbaarheid
- Het woord orgeltoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Jaap” (1923), Saga, ISBN 9788728433294
- ↑ Weblink bron Max De Moor“James Blake geeft geen slechte concerten, alleen iets mindere” (Vrijdag 22 september 2023 om 08:13), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.