orla

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  orla    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔrˈla/
Woordafbreking
  • or·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord orla orlot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deorlav/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (anatomie) voorhuid
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) vrucht van vruchtboom in de eerste drie jaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'orla' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔrla/
Woordafbreking
  • or·la

Zelfstandig naamwoord

orla

  1. genitief enkelvoud van orel
  2. accusatief enkelvoud van orel
Gelijkklinkende woorden
  • Orla
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.