orthese

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  orthese    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·the·se
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord orthese orthesen
ortheses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deorthesev

  1. (medisch) een uitwendig gedragen hulpmiddel ter correctie van standafwijkingen of abnormale beweeglijkheid van gewrichten of van de wervelkolom
     Snowboarder Chris Vos kende een kleine hapering in de voorbereiding op de openingsceremonie. Hij brak zijn orthese, een soort beugel die ter ondersteuning wordt gebruikt, waardoor hij in een rolstoel het stadion moest betreden. "Houston, we have a problem", schreef hij op Twitter.[1]
     Bijzonder aan de orthese van Vos zijn de vele tattoos, die Jol er op zijn uitdrukkelijke wens op heeft laten zetten.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord orthese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Paralympics officieel geopend” (07-03-2014), NOS
  2. Weblink bron “Looporthese Vos weer gerepareerd” (13-03-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.