orthotheek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  orthotheek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·tho·theek
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van met het voorvoegsel ortho- en met het achtervoegsel -theek
enkelvoud meervoud
naamwoord orthotheek orthotheken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deorthotheekv

  1. (onderwijs) geordende verzameling onderwijsondersteunend materiaal
     De ib'er is verantwoordelijk voor het leerlingvolgsysteem en de orthotheek. Ook draagt hij de zorg voor het opstellen van handelingsplannen en het plannen van de toetsen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord orthotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Interne begeleider” (geraadpleegd 22-8-2021), Wikipedia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.