oud-aanvoerder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oud-aanvoerder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oud-aan·voer·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn "voormalig" en aanvoerder zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-aanvoerder | oud-aanvoerders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oud-aanvoerder m
- voormalig leider of bevelvoerder
- ▸ ‘Jij snapt ook niets,’ zei ik, ‘zo’n spandoek, dat is een uiterst ironische verwijzing naar het spandoek dat de supporters van Standard Luik voor hun oud-aanvoerder Steven Defour maakten toen hij vanmiddag met zijn nieuwe club Anderlecht bij hen op bezoek kwam. Zo begroeten sportjongens elkaar.’[1]
- ▸ De oud-aanvoerder van het Nederlands elftal werkte de afgelopen maanden voor de The City Group, waar clubs als Manchester City, New York City FC en Melbourne City FC onder vallen. Guangzhou R&F hoort niet bij dat concern.[2]
Gangbaarheid
- Het woord oud-aanvoerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Een teleurstellende Klassieker” (26/01/2015), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Van Bronckhorst aan de slag bij satellietclub van Ajax in China” (3 januari 2020), Het Parool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.