ouderenbond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ouderenbond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ou·de·ren·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ouderenbond ouderenbonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deouderenbondm

  1. organisatie die opkomt voor de belangen van oude mensen
     Ouderenbond ANBO krijgt de laatste tijd telefoontjes van verontruste leden. "Mensen die extra risico lopen, bijvoorbeeld vanwege een longziekte, durven niet meer naar de supermarkt te gaan", zegt Liane den Haan van de bond. "Online bestellen is niet voor iedereen een oplossing, omdat dat te duur is of omdat de bestelling te klein is."[1]
     Jurriën Beerda van ouderenbond ANBO vindt de beslissing van Omroep West een positieve ontwikkeling. "Niet zozeer omdat het altijd slecht is als zaken verdwijnen, maar vooral omdat de omroep aan hun achterban heeft gevraagd wat ze er van vinden vóórdat de stekker eruit werd getrokken."[2]

Gangbaarheid

  • Het woord ouderenbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jelmer Jansma
    “'Handhaven coronaregels in supermarkten moet beter voor ouderen en zieken'” (Vrijdag 21 augustus 2020, 16:33), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Kijkers redden Teletekst Omroep West” (Zaterdag 27 augustus, 11:32), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.