overgroot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overgroot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈovərˌɣrot/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • over·groot
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen overgroot
verbogen overgrote
partitief overgroots

Bijvoeglijk naamwoord

overgroot

  1. zeer omvangrijk
    • Zijn vreugde was overgroot. 
  2. een ruime meerderheid vormend
    • Een overgroot deel van de stemmers wijst het voorstel af. 
  3. te omvangrijk
    • De stad bleef groeien tot ze overgroot werd. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord overgroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.