overgroot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overgroot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌɣrot / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- over·groot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en groot bn [1]
- [1] intensiverende vorm
stellend | |
---|---|
onverbogen | overgroot |
verbogen | overgrote |
partitief | overgroots |
Bijvoeglijk naamwoord
overgroot
- zeer omvangrijk
- Zijn vreugde was overgroot.
- een ruime meerderheid vormend
- Een overgroot deel van de stemmers wijst het voorstel af.
- te omvangrijk
- De stad bleef groeien tot ze overgroot werd.
Synoniemen
- [1]: allergrootst, levensgroot, metersgroot, reuzegroot, supergroot
Gangbaarheid
- Het woord overgroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overgroot" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.