levensgroot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levensgroot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlevənsˌxrot/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • le·vens·groot
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen levensgrootlevensgroterlevensgrootst
verbogen levensgrotelevensgroterelevensgrootste
partitief levensgrootslevensgroters-

Bijvoeglijk naamwoord

levensgroot

  1. weerɡeɡeven in de werkelijke grootte, niet met een meer gebruikelijke verkleining
    • Op het plein was een meer dan levensgrote afbeelding van een roos te zien. 
    • Natuurlijk ging het niet om echte exemplaren, maar levensgrote replica's van meer dan 50 dinosoorten. De namaakdino's brullen wel, en laten hun tanden zien of zwiepen met hun hoofd. [4] 
  2. intensief heel erg groot
    • De bezorgde man zag weer levensgrote problemen opdoemen. 
     Syrische vluchtelingen in Gaziantep wonen vaak in slecht onderhouden, krakkemikkige gebouwen, dicht op elkaar. Het instortingsgevaar is levensgroot.[5]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord levensgroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.