overhalen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overhalen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈovərˌhalə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • over·ha·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overhalen
haalde over
overgehaald
zwak -d volledig

Werkwoord

overhalen

  1. overgankelijk iemand zo ver proberen te krijgen ergens in mee te gaan
    • Zou je hem kunnen overhalen om op de kinderen te passen? 
    • De Koning begreep wel, dat hij Kleine Woord nooit zou kunnen overhalen om in Palettania te blijven. [1] 
  2. overgankelijk in een andere stand brengen
    • Hij had de trekker niet overgehaald. 
  3. overgankelijk een draad over een andere halen bij het breien
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deoverhalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord overhaal

Gangbaarheid

  • Het woord overhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.