overhoring

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overhoring    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌovərˈhorɪŋ/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌovərˈho̝rɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈhorɪŋ/
Woordafbreking
  • over·ho·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van overhoren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord overhoring overhoringen
verkleinwoord overhorinkje overhorinkjes

Zelfstandig naamwoord

deoverhoringv

  1. het nagaan of iemand bepaalde kennis in voldoende mate tot zich genomen heeft door het stellen van vragen over deze kennis
    • Bij de overhoring bleek hij de stof zeer goed te beheersen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overhoring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.