overloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overloper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overloper overlopers
verkleinwoord overlopertje overlopertjes

Zelfstandig naamwoord

deoverloperm [2]

  1. (militair) iemand die overloopt (naar de vijand)
  2. buis voor het afvoeren van overlopend of overtollig water, een overloop
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.