overwinteraar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overwinteraar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·win·te·raar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van overwinteren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overwinteraar | overwinteraars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de overwinteraar m
- iemand die gedurende de winter in een warmer gebied blijft
- ▸ Edwin en José zijn niet de enigen die het grauwe weer in Nederland ontvluchten. Cijfers over het precieze aantal overwinteraars in Spanje zijn er niet, maar Michiel Zeeman van Spaanse Zon Vakantievilla’s merkt dat het steeds populairder wordt.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord overwinteraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Robin Tijhof“Overwinteren in Spanje: dubbele lasten, maar ‘de zon schijnt altijd’” (11-01-2025) op ad.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.