overzet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overzet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overzet overzetten
verkleinwoord overzetje overzetjes

Zelfstandig naamwoord

deoverzetm [2]

  1. (scheepvaart) plaats waar men over het water kan worden gezet
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • overzetafstand, overzetboot, overzetdienst, overzetfout, overzetgeld, overzetschouw, overzetschuit, overzetveer, overzetverhouding

Werkwoord

vervoeging van
overzetten

overzet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzetten
    • ... dat ik overzet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzetten
    • ... dat jij overzet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzetten
    • ... dat hij overzet. 

Gangbaarheid

  • Het woord overzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.