paarden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paarden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paar·den

Zelfstandig naamwoord

depaardenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paard
     Toen ik aankwam bij het vuurtje zag ik tot mijn verbazing twee paarden aan een lang touw grazen, met verder niemand in de buurt.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
paren

paarden

  1. meervoud verleden tijd van paren
    • Wij paarden. 
    • Jullie paarden. 
    • Zij paarden. 
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord paarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.