paardenzadel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paardenzadel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paar·den·za·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paardenzadel paardenzadels
verkleinwoord paardenzadeltje paardenzadeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetpaardenzadelo

  1. uit leer of ander niet te zwaar materiaal gemaakte zitplaats bedoeld om op de rug van een als rijdier gebruikt paard Equus ferus caballus  te plaatsen
    • Een paardenzadel kun je toch niet voor een kameel gebruiken? 
  2. (tweekleppigen) bepaald soort vastgehecht oesterachtig schelpdier met een onregelmatige vorm, Anomia ephippium 
    • Op oesterbanken komen vaak ook paardenzadels voor. 
Synoniemen
  • [2]: zadeloester
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord paardenzadel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.