pagodeboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pagodeboom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·go·de·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pagodeboom pagodebomen
verkleinwoord pagodeboompje pagodeboompjes

Zelfstandig naamwoord

depagodeboomm

  1. (plantkunde) Ficus religiosa  een plant uit de moerbeifamilie
     In het boeddhisme is de bodhiboom of pagodeboom een heilige boom, omdat Gautama Boeddha, de stichter van het boeddhisme, onder een bodhiboom bodhi (verlichting) bereikte. In veel boeddhistische tempels staat een bodhiboom.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord pagodeboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Bodhiboom” (geraadpleegd 6 september 2021), Wikipedia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.