papago

Esperanto

Uitspraak
  • Geluid:  papago    (hulp, bestand)
  • IPA: /pa.ˈpa.go/
Woordafbreking
  • pa·pa·go
  enkelvoud meervoud
nominatief   papago     papagoj  
accusatief   papagon     papagojn  

Zelfstandig naamwoord

papago

  1. (papegaaiachtigen) papegaai
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.