paralysie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paralysie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·ra·ly·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verlamming’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afgeleid van lysie met het voorvoegsel para- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paralysie paralysieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deparalysiev

  1. verlamming
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord paralysie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.