parole

Engels

Uitspraak
  • VK: /pəˈɹoːl/, [pə.ˈɹəʊɫ]
  • VS: [pə.ˈɹoʊɫ]
Woordafbreking
  • pa·role
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
parole paroles

Zelfstandig naamwoord

parole

  1. erewoord
  2. borgtocht

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  parole    (hulp, bestand)
  • IPA: /pa.ʁɔl/
Woordafbreking
  • pa·role
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit de Volkslatijnse vorm van parabola, aangetroffen sinds de 11e eeuw. [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  parole     la parole     paroles     les paroles  

Zelfstandig naamwoord

parole v

  1. spraak, het vermogen om te spreken
  2. woord
  3. woorden, uiting
  4. (pregnant) erewoord, belofte

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron parole in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.