partijbureau

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  partijbureau    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • par·tij·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partijbureau partijbureaus
verkleinwoord partijbureautje partijbureautjes

Zelfstandig naamwoord

hetpartijbureauo

  1. het kantoor van een politieke partij
     De VVD-fractie laat weten dat de installatie gewoon doorgaat. Bij het partijbureau wordt de oproep van de wethouder bekeken.[1]
     Van de Nederlandse Europarlementariërs gaven de leden van de VVD, de PVV en de SGP geen antwoord op vragen. Vier Nederlandse Europarlementariërs zeiden dat ze, behalve in Brussel, ook een kantoor in ons land hebben. Peter van Dalen (CU) huurt ruimten op het partijbureau. Wim van de Camp (CDA) heeft een kantoor in de Tweede Kamer. Gerben-Jan Gerbrandy en Marietje Schaake (beiden D66) hebben ook een werkruimte in Nederland.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord partijbureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “VVD-wethouder roept op tot blokkade nieuw Kamerlid Thierry Aartsen” (Maandag 10 september 2018, 10:52), NOS
  2. Weblink bron
    Ardi Vleugels
    “Europarlementariërs schimmig over miljoenen aan onkostenvergoedingen” (Woensdag 31 mei 2017, 05:59), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.