pathogeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pathogeen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·tho·geen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ziekteverwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • afgeleid van het Griekse páthos (lijden) met het achtervoegsel -geen [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen pathogeenpathogenerpathogeenst
verbogen pathogenepathogenerepathogeenste
partitief pathogeenspathogeners-

Bijvoeglijk naamwoord

pathogeen

  1. (medisch) de eigenschap bezittend om een ziekte te veroorzaken
Synoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord pathogeen pathogenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pathogeen o en m

  1. (medisch) een organisme dat een ziekte verwekt
    • Sommige virussen, bacteriën, schimmels en eencelligen zoals de malariaparasiet zijn pathogenen. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • psychopathogeen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pathogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.