patiënte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  patiënte    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑˈsʲɛnt/
Woordafbreking
  • pa·ti·en·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patiënte patiëntes
verkleinwoord patiëntetje patiëntetjes

Zelfstandig naamwoord

depatiëntev

  1. iemand die medische hulp krijgt
    • Als patiënte ben ik zeer tevreden over mijn arts. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord patiënte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.