peiler

Niet te verwarren met: pijler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peiler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pei·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van peilen met het achtervoegsel -er.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord peiler peilers
verkleinwoord peilertje peilertjes

Zelfstandig naamwoord

depeilerm

  1. een persoon die peilt
    • Zij zijn bekende peilers van de publieke opinie. 
  2. apparaat waarmee men kan peilen
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord peiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.