pel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pel

Werkwoord

vervoeging van
pellen

pel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pellen
    • Ik pel. 
  2. gebiedende wijs van pellen
    • Pel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pellen
    • Pel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Indonesisch

Woordafbreking
  • pel
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

pel

  1. dweil
  2. vel papier
  3. veld
  4. niet-officiële schrijfwijze voor pil "pil"
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.