vel

Niet te verwarren met: Vel, vél, vėl, veļ

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vel    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛl/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • vel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vel vellen
verkleinwoord velletje velletjes

Zelfstandig naamwoord

hetvelo

  1. (anatomie) huid [1]
  2. dunne laag, bijvoorbeeld van papier
  3. afgestroopte huid
Uitdrukkingen en gezegden

[1]

  • Goed/Lekker in zijn vel zitten
Zich prettig voelen
  Het was jammer dat ik nu niet goed in mijn vel zat, aangezien de trail steeds mooier werd. [3] 
  • Iemand het vel over de oren halen/trekken
Al het mogelijke van iemand eisen, of iemand uitzuigen
  • Uit zijn vel springen
Erg kwaad worden of zijn
  • Vel over been zijn
Erg mager zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Verwijzingen

  1. "vel" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, door Johannes Franck, M. Nijhoff 1892
  3. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018

Werkwoord

vervoeging van
vellen

vel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vellen
    • Ik vel. 
  2. gebiedende wijs van vellen
    • Vel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vellen
    • Vel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /fɛl/
enkelvoud meervoud
naamwoord vel velle
verkleinwoord velletjie velletjies

Zelfstandig naamwoord

vel

  1. vel, huid
stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
vel
gevel
volledig

Werkwoord

vel

  1. overgankelijk vellen, omhakken
  2. overgankelijk (juridisch) vellen, uitspraak doen

Latijn

Bijwoord

vel

  1. versterkend, bijv. bij overtreffende trappen zeer, erg
    «vel maximus»
    de allergrootste
  2. zelfs
    «honestum tāle est ut, vel sī ignōrārent id hominēs, suā tamen pulchritūdine laudabīle esset»
    De deugd is een zodanige zaak dat zelfs al zou zij de mensen onbekend zijn, haar schoonheid waardig zou zijn geprezen te worden.

Voegwoord

vel

  1. of
    « quī aethēr vel caelum nōminātur»
    die ether of hemel genoemd wordt.
Synoniemen
  • enclitisch: -ve

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʋel/
Woordafbreking
  • vel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord vel.
Naar frequentie 94

Bijwoord

vel

  1. vast wel, wel
    «Vi er vel ikke kjent for å være det beste skytterlaget.»
    We zijn wel niet bekend de beste schutterploeg te zijn.

Nedersaksisch

Onbepaald hoofdtelwoord

vel

  1. veel
Schrijfwijzen

Bijwoord

vel

  1. veel
Schrijfwijzen

Nynorsk

  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʋel/
Woordafbreking
  • vel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord vel.

Bijwoord

vel

  1. vast wel, wel
  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.