pendelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pendelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pen·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van pendelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord pendelaar pendelaren
pendelaars
verkleinwoord pendelaartje pendelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dependelaarm

  1. iemand die bij herhaling heen en weer rijdt
    • De pendelaar reed iedere dag op en neer naar zijn werk 20 km verderop.  
  2. (beroep) wichelroedeloper
    • De pendelaar was op zoek naar de waterbron maar vond haar niet.  

Gangbaarheid

  • Het woord pendelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.