pensioenplan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pensioenplan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pen·si·oen·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pensioen zn en plan zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pensioenplan | pensioenplannen |
| verkleinwoord | pensioenplannetje | pensioenplannetjes |
Zelfstandig naamwoord
het pensioenplan o
- (politiek) voornemens om een pensioenstelsel te wijzigen
- ▸ Raad van State kraakt pensioenplan[1]
- ▸ Pensioenplan: Het kabinet wil bijna 3 miljard bezuinigen door het verlagen van de aftrek van pensioenpremies. Nu kunnen werknemers maximaal 2,25 procent van hun salaris belastingvrij voor hun pensioen sparen. Dat zou in 2015 maximaal 1,75 procent moeten worden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord pensioenplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Raad van State kraakt pensioenplan” (Vrijdag 21 juni 2013, 19:18), NOS
- ↑ Weblink bron “Prinsjesdag, wat weten we al?” (Woensdag 11 september 2013, 15:38), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.