percolator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  percolator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • per·co·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘doorzijgapparaat voor koffie’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • Naamwoord van handeling van percoleren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud meervoud
naamwoord percolator percolatoren
percolators
verkleinwoord percolatortje percolatortjes

Zelfstandig naamwoord

depercolatorm

  1. (huishouden) huishoudelijk of industrieel filtreerapparaat
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord percolator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.