perikoop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  perikoop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pe·ri·koop
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'koptein' (hakken) met het voorvoegsel peri- [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord perikoop perikopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deperikoopv/m

  1. (religie) bijbelfragment (dat in de eredienst wordt voorgelezen)

Gangbaarheid

  • Het woord perikoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.