pilgrim

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈpɪlɡrɪm/
enkelvoud meervoud
pilgrim pilgrims

Zelfstandig naamwoord

pilgrim

  1. pelgrim, bedevaartganger


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

pilgrim g

  1. pelgrim
Verbuiging
pilgrims enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     pilgrim     pilgrimen     pilgrimer     pilgrimerna  
  genitief     pilgrims     pilgrimens     pilgrimers     pilgrimernas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.