bedevaartganger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedevaartganger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·de·vaart·gan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedevaart zn en ganger zn
- Samenstellende afleiding van bedevaart en gang met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedevaartganger | bedevaartgangers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedevaartganger m [1]
- (religie) iemand die ter bedevaart gaat; iemand die om religieuze redenen een reis maakt naar een heilige plaats
- ▸ De eerste en grootste was een echte ridder, Siegfried von Eschl, veertig jaar oud, bedevaartganger naar Jeruzalem en Rome, een spruit van een oudadellijk Duits geslacht dat verschillende kastelen aan de Rijn bezat, een man die de Orde met hart en ziel toegedaan was en een van haar beste bevelhebbers.[2]
- ▸ Hij vroeg zich af of kardinaal Wojtyla aanwezig geweest was bij een van de twee grote bijeenkomsten in Czestochowa die hij als bedevaartganger had bijgewoond, en hij dacht haast van wel.[2]
Synoniemen
- bedevaartsganger, pelgrim, bedevaarder
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bedevaartganger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf , ISBN 9026978073
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.