pimpel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pimpel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pim·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pimpel pimpels
verkleinwoord pimpeltje pimpeltjes

Zelfstandig naamwoord

depimpelm [3] [4] [5] [6]

  1. (zangvogels) pimpelmees
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
pimpelen

pimpel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
    • Ik pimpel. 
  2. gebiedende wijs van pimpelen
    • Pimpel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pimpelen
    • Pimpel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pimpel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.