pintar
Indonesisch
Woordafbreking
- pin·tar
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
pintar
- bekwaam, deskundig
- «Mereka sudah pintar membuat baju sendiri»
- Zij zijn bekwaam genoeg om hun eigen kleren te maken.
- «Mereka sudah pintar membuat baju sendiri»
- slim, intelligent, pienter
- «Ia termasuk anak yang pintar di sekolahnya.»
- Hij behoort tot de pientere kinderen op zijn school.
- «Ia termasuk anak yang pintar di sekolahnya.»
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- kepintaran, terpintar
- pintar busuk
Portugees
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pintar |
pintava |
pintado |
volledig |
Werkwoord
pintar
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- pin·tar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pintar |
pintaba |
pintado |
volledig |
Werkwoord
pintar
- onovergankelijk kleuren, rijpen , rijp worden (van vruchten)
- schrijven
- eruit zien
- overgankelijk schilderen, verven
- afbeelden, afschilderen, beschrijven
Verwante begrippen
Synoniemen
- [2] escribir
Verwijzingen
- pintar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.