pity

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  pity (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɪti/
enkelvoud meervoud
pity -

Zelfstandig naamwoord

pity

  1. medelijden

Nedersorbisch

Uitspraak
  • IPA: /pʲitɨ/
Woordafbreking
  • pi·ty

Bijvoeglijk naamwoord

pity

  1. gedronken

Pools

Uitspraak
  • IPA: /pʲitɨ/
Woordafbreking
  • pi·ty

Bijvoeglijk naamwoord

pity

  1. gedronken

Zelfstandig naamwoord

pity

  1. genitief enkelvoud van pita
  2. nominatief meervoud van pita
  3. accusatief meervoud van pita
  4. vocatief meervoud van pita

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pɪtɪ/
Woordafbreking
  • pi·ty

Zelfstandig naamwoord

pity

  1. genitief enkelvoud van pita
  2. nominatief meervoud van pita
  3. accusatief meervoud van pita
  4. vocatief meervoud van pita

Werkwoord

pity

  1. mannelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.