plankenvrees

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plankenvrees    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plan·ken·vrees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plankenvrees -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deplankenvreesv/m

  1. zenuwachtige toestand om in het openbaar op te treden
    • Je hebt plankenkoorts. Dat is een goed teken. Hoor je het applaus al?' [1] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plankenvrees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 185
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.