plankgas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plankgas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plank·gas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plankgas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetplankgaso

  1. met het gaspedaal helemaal ingedrukt rijden, dus zo hard rijden als maar mogelijk is met de auto rijden
    • Hij was met plankgas aan het rijden 

Gangbaarheid

  • Het woord plankgas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.