plasticiteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plasticiteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plas·ti·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plasticiteit plasticiteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deplasticiteitv

  1. het plastisch zijn, de kneedbaarheid, vervormbaarheid
  2. beeldend vermogen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plasticiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.