plecht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plecht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plecht
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘dek’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
  • (scheepsterm:) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plecht plechten
verkleinwoord plechtje plechtjes

Zelfstandig naamwoord

deplechtv/m [3] [4]

  1. (scheepvaart) verhoogd dek aan de voorkant van een vaartuig
  2. (scheepvaart) voordek of achterdek
  3. (verouderd) plicht [5] [6]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.