ploegenspel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ploegenspel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ploe·gen·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegenspel ploegenspelen
ploegenspellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetploegenspelo

  1. (sport) de tactiek van sportploegen in een (wieler)wedstrijd
     Over ploegenspel hadden ze trouwens geen afspraken gemaakt.[1]
     Het ploegenspel wordt door Rabo perfect gespeeld.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord ploegenspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930
  2. Maarten Kolsloot
    “De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.