ploegpaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ploegpaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ploeg·paard
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘paard dat een ploeg voorttrekt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1407 [1]
  • samenstelling van  ploeg  en  paard zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegpaard ploegpaarden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetploegpaardo [3]

  1. paard dat men voor de ploeg spant

Gangbaarheid

  • Het woord ploegpaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.