poepduur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poepduur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpubdyr / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- poep·duur
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende samenstelling van poep zn en duur bn , in de betekenis ‘heel duur’ aangetroffen vanaf 1991 [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | poepduur |
verbogen | poepdure |
partitief | poepduurs |
Bijvoeglijk naamwoord
poepduur
- (informeel) erg kostbaar
- ▸ Het seizoen kwam laat op gang vanwege het koude voorjaar. (…) Toen ze eenmaal in de winkel lagen, waren de eerste asperges natuurlijk poepduur. Maar gelukkig waren ze de laatste pakweg anderhalve maand best betaalbaar en ook prima van kwaliteit.[3]
Synoniemen
- poepieduur
Gangbaarheid
- Het woord 'poepduur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ poep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "poepduur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Janneke Vreugdenhil“Op de valreep” (24 juni 2013) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.